Adriaan’s column

Adriaan is verhuisd vanuit het westen naar Overijssel en woont met zijn partner in Oldemarkt. Hij schrijft over zijn ervaringen…

Emotie

We zaten in de wachtkamer van het ziekenhuis. Dat is niet de meest prettige omgeving waar je je kunt bevinden. Maar ja, er moest op een uitslag gewacht worden en dat is altijd spannend. Vooral voor mijn metgezel was het een onzekere  situatie. Ik besloot haar wat af te leiden en aan het lachen te maken. Er was maar één manier om dat te doen: ik neuriede in haar oor: ‘zachtjes gaan de paardenvoetjes…’ op de maat van de stappen van iemand die langs loopt. Ze sist dan steevast, ‘niet zo hard!’
Zeker als degene die passeert wat weg heeft van het dier, waarover wordt gezongen in het sinterklaasliedje. Maar zo krijg ik ze wel aan het lachen.

Een andere manier om je te vermaken tijdens het wachten op een uitkomst is mensen kijken. Er zijn er genoeg, ze lopen langs of ze zitten om je heen. De wat jongere pik je er gelijk uit, ze zijn bezig op hun telefoon. De rest staart voor zich uit, praat over hun aandoeningen, het weer en, al of niet positief, over de behandelende artsen. Een andere afleiding is het bekijken van de glazenwassers die buiten druk bezig waren om de talloze ramen te schoon te maken.

Het bloedprikken ging snel, dus er was een groot verloop. Er verscheen een  vrouw van een jaar of zestig. Het was een gezette dame, waarbij alles in verhouding met haar tengere moeder dubbel was uitgevoerd. Dat gold ook voor haar stem. Nadat ze plaats namen, leverden ze commentaar op het ontbreken van een koffieautomaat. Toen ze klaar was met die kritiek begon ze over het weer. Ze beklaagde zich over het feit dat de ‘echte’ winter tegenwoordig niet meer bestaan.
‘Vroeger,’ sprak ze, ´vroeger had je pas winters! Dat leverde kampioenen op. Weet je nog moeder, van die jongen, kom hoe heette hij ook al weer?’ de oude vrouw haalde haar schouders op.
‘Kom op moeder, je weet het vast nog wel. Hij won destijds de Elfstedentocht het was toen zo ontzettend koud, in ‘63. Waar woonde hij ook al weer? Bij ons in het dorp in dat huis tegenover het postkantoor. Het was een neef, of een achterneef van mijn vroegere buren, voordat ik verhuisde.’

De glazenwassers waren klaar, een voor een kwamen ze binnen met hun emmers en gereedschap. De laatste van de vijf klaagde over koude handen. Dat leverde commentaar op van een van de collega’s. ‘Kou is een emotie en emotie kun je uitzetten.’ riep hij.

Toen snapte ik hoe de achterneef van de vorige buren uit dat huis tegenover het postkantoor uit het dorp in 1963 de Elfstedentocht won:
hij zette gewoon zijn emotie uit.

 

 

 

Reacties? adr.noordergraaf@planet.nl